
80 jaar vrij zijn in Helmond
In 2024/2025 herdenken we dat Helmond tachtig jaar in vrijheid leeft. Een mijlpaal die ons herinnert aan de offers voor onze democratie en de verantwoordelijkheid om vrijheid te beschermen.
Met achttien leerlingen uit het mbo, vo en hbo werkten we aan het project ‘Tachtig jaar vrij zijn in Helmond’. Door ontmoetingen met mensen die oorlog hebben meegemaakt, hoorden zij aangrijpende levensverhalen over verlies, veerkracht en hoop. Voor de leerlingen werd het geen gewone schoolopdracht, maar een confrontatie met de realiteit van vrijheid – en wat het betekent als die vrijheid je wordt ontnomen.
Er zijn 22 verhalen opgetekend. Ze behoren tot het immaterieel erfgoed van Helmond. Deze verhalen verbinden ons met het verleden en inspireren ons om vrijheid te blijven waarderen.

Geluk in eenvoud
“Surinamers zijn heel simpel. Ze zoeken geen ingewikkelde namen,” zegt Sahieda terwijl ze glimlacht. Ze herinnert zich een rivier in Suriname met een kleur die lijkt op cola. “We noemden die rivier de colakreek. Zo zijn we.” Sahieda is geboren in Suriname en deels getogen. Als kind verhuisde ze heen en weer tussen Suriname en Nederland, een reis die zowel fysiek als emotioneel. “Ik heb de hele weg gehuild toen we naar Nederland vlogen. Ik wilde niet weg. Mijn grootouders hadden mij opgevoed en voor mij waren zij mijn ouders. Toen mijn ouders me op vierjarige leeftijd kwamen halen, voelde dat vreemd. Opeens stond daar een meneer die zei: ‘Ik ben je papa.’ Maar dat voelde helemaal niet zo.”
In Suriname betekende familie alles. Sahieda’s ouders waren hardwerkende ondernemers. “Ze werkten zeven dagen per week, met slechts één vakantie per jaar. Dan gingen we met de hele familie naar een zomerhuisje in het bos. Dat waren de mooiste momenten. Samen met nichtjes en neefjes zwemmen in de rivieren, kampvuren, barbecueën. Alles deden we samen. Die saamhorigheid mis ik hier in Nederland.” Het belang van familie was ook zichtbaar in de toekomstplanning. “Mijn grootvader had voor al zijn zeven kinderen een stuk grond gekocht, zodat zij geen hypotheek hoefden te nemen. In Suriname werk je niet alleen voor jezelf, maar ook voor je kinderen. Hier is dat anders. Je bent meer op jezelf aangewezen.” De overgrootouders van Sahieda kwamen oorspronkelijk uit Afghanistan en later India. Ze werden tijdens de koloniale periode naar Suriname gebracht als contractarbeiders. “Voor mij is vrijheid heel belangrijk, juist door dat slavernijverleden. Vrijheid betekent dat je kunt kiezen hoe je je leven inricht. Dat je kansen hebt om je te ontwikkelen.” Sahieda gebruikte die vrijheid om zichzelf te ontwikkelen. Op dertigjarige leeftijd, met kinderen thuis, besloot ze alsnog haar studie op te pakken. Ze combineerde een deeltijdopleiding met moederschap en werk. “Het was knippen en plakken met hulp van mijn partner en schoonfamilie. Minder hobby’s, meer studeren. Maar ik ben dankbaar dat ik de mogelijkheid had.”
Het leven in Suriname en Nederland is echt anders. Sahieda merkt dat vooral de gemeenschapszin in Suriname sterker is. “In Suriname groet iedereen elkaar. Hier in Nederland loop je mensen voorbij en krijg je niet eens een blik of een hallo. Dat voelt zo onpersoonlijk. Wij Surinamers zijn groepsmensen. Als wij iets lekkers maken, delen we dat met buren, vrienden, familie. Hier is het meer: ik, ik, ik. Dat individualisme is een groot verschil.” Suriname heeft een multiculturele samenleving. Dat zie je terug in de bevolking, het eten, de muziek en in de Surinaamse taal. Ook ziet Sahieda dit terug in de feestdagen. “Ieder geloof heeft zijn eigen verlofdagen. Dat zorgt voor erkenning en verbondenheid.”
Ook de vakanties waren anders. “In Suriname gingen we naar het bos, met heel veel groen en een prachtige rivier. Hier zijn vakanties vaak gepland en volgestopt. Alles moet snel, alles is gestrest. Die gemoedelijkheid van Suriname mis ik hier enorm.” Daarnaast zijn er praktische verschillen. “In Nederland hadden we een sleutel om onze nek, zodat we na school naar huis konden. In Suriname gingen we na school naar familie. Er was altijd iemand om ons op te vangen.” Een ander verschil is het dragen van een hoofddoek. “Die draag je in Suriname als je naar de kerk, tempel, moskee of synagoge gaat. Maar ook als je haar in de krullers zit, je een bad hairday hebt of wanneer je op het veld in de felle zon werkt.”
De officiële voertaal in Suriname is Nederlands. Dat gaf Sahieda een voorsprong op andere migranten. “In Nederland leerde ik mijn eigen taal te waarderen. Bijzonder is dat er het Nederlands veel Surinaamse woorden dagelijks gebruikt worden, zonder dat dit (h)erkend wordt.” Naast mooie herinneringen, waren er ook moeilijke momenten. In Nederland werd ze als kind gepest om haar huidskleur. “Ze zeiden dat ik mijn handen beter moest wassen, zodat de kleur weg zou gaan. Ze wisten niet beter, maar het deed wel pijn.” Terug in Suriname was er opnieuw discriminatie, dit keer van haar eigen mensen. “Door mijn Nederlandse uitspraak vonden ze me ‘anders’. Ik werd elke dag achtervolgd en geslagen met stokken. Maar de woorden deden meer pijn dan de slagen. Het voelde alsof ik nergens thuishoorde.” Toch heeft Sahieda iets positiefs gehaald uit deze ervaringen. “Ik ben hulpverlener geworden. Ik wil anderen helpen, zodat zij zich gesteund voelen. Wat ik toen heb gemist, wil ik nu aan anderen geven.”
Sahieda werkt al 32 jaar in de sociale sector, waarvan acht jaar met vluchtelingen. “Het is dankbaar werk. Je leert hoe weinig sommige mensen hebben, hoe ze alles achterlaten en toch de moed vinden om opnieuw te beginnen. Dat relativeert je eigen leven. Als ik thuiskom en mijn familie zie, besef ik hoe gelukkig ik ben.” Ze ziet echter ook de negatieve beeldvorming rondom vluchtelingen in Nederland. “Er zijn zoveel leugens. Mensen denken dat vluchtelingen alles gratis krijgen. Het maakt me verdrietig hoe zij vaak als zondebok worden gebruikt voor problemen zoals woningtekorten. Het probleem ligt bij het beleid, niet bij de vluchtelingen.”
Nu, op 63-jarige leeftijd, waardeert Sahieda de kleine dingen in het leven. “De geboorte van mijn oudste kleindochter was mijn mooiste moment in Nederland. Simpele dingen maken mij gelukkig. Een glimlach van mijn kleinkinderen als ik thuiskom, een goed gesprek met een vriendin. Dat is waar het om draait.” Haar werk geeft veel voldoening. “Vandaag help ik iemand, morgen heb ik misschien zelf hulp nodig. We hebben elkaar allemaal nodig. Of je nu vuilnis ophaalt of een arts bent, alles wat je doet is belangrijk voor de samenleving. Die bescheidenheid heb ik van mijn zus geleerd.” Sahieda voelt zich gelukkig in Nederland. “Ik heb het beste van beide werelden meegenomen. Wat ik mooi vind, houd ik vast. Wat ik niet mooi vind, laat ik los. Dat is de vrijheid die ik hier heb.” Maar ze ziet ook de beperkingen. “Vrijheid betekent keuzes hebben, maar hier in Nederland ben je ook gebonden aan verplichtingen, zoals een hypotheek. Mijn grootvader in Suriname zorgde ervoor dat zijn kinderen geen schulden hoefden te maken. Hier werkt dat anders. Je bent financieel minder vrij.” Als Sahieda naar haar leven kijkt, benadrukt ze het belang van gemeenschap. “In Suriname leerde ik dat je gasten altijd welkom moet heten. Hier in Nederland zie ik dat mensen vaak alleen voor zichzelf zorgen. Echte vrijheid en geluk zit in het delen met anderen.” Waar ze stiekem ook trots op is, is de vreedzaamheid tussen de verschillende geloven in Suriname. “In één straat staan de kerk, de moskee en de synagoge harmonieus bij elkaar.
Hoe mooi zou het zijn als dit in Nederland ook kan?” Ze kijkt met dankbaarheid terug op haar reis, ondanks de uitdagingen. “Alles wat ik heb meegemaakt, heeft me gevormd. Zelfs de nare momenten hebben me iets geleerd. Ik ben wie ik ben door mijn ervaringen, en daar ben ik trots op.”
Het leven in Suriname en Nederland is echt anders. Sahieda merkt dat vooral de gemeenschapszin in Suriname sterker is. “In Suriname groet iedereen elkaar. Hier in Nederland loop je mensen voorbij en krijg je niet eens een blik of een hallo. Dat voelt zo onpersoonlijk. Wij Surinamers zijn groepsmensen. Als wij iets lekkers maken, delen we dat met buren, vrienden, familie. Hier is het meer: ik, ik, ik. Dat individualisme is een groot verschil.” Suriname heeft een multiculturele samenleving. Dat zie je terug in de bevolking, het eten, de muziek en in de Surinaamse taal. Ook ziet Sahieda dit terug in de feestdagen. “Ieder geloof heeft zijn eigen verlofdagen. Dat zorgt voor erkenning en verbondenheid.”
Ook de vakanties waren anders. “In Suriname gingen we naar het bos, met heel veel groen en een prachtige rivier. Hier zijn vakanties vaak gepland en volgestopt. Alles moet snel, alles is gestrest. Die gemoedelijkheid van Suriname mis ik hier enorm.” Daarnaast zijn er praktische verschillen. “In Nederland hadden we een sleutel om onze nek, zodat we na school naar huis konden. In Suriname gingen we na school naar familie. Er was altijd iemand om ons op te vangen.” Een ander verschil is het dragen van een hoofddoek. “Die draag je in Suriname als je naar de kerk, tempel, moskee of synagoge gaat. Maar ook als je haar in de krullers zit, je een bad hairday hebt of wanneer je op het veld in de felle zon werkt.”
De officiële voertaal in Suriname is Nederlands. Dat gaf Sahieda een voorsprong op andere migranten. “In Nederland leerde ik mijn eigen taal te waarderen. Bijzonder is dat er het Nederlands veel Surinaamse woorden dagelijks gebruikt worden, zonder dat dit (h)erkend wordt.” Naast mooie herinneringen, waren er ook moeilijke momenten. In Nederland werd ze als kind gepest om haar huidskleur. “Ze zeiden dat ik mijn handen beter moest wassen, zodat de kleur weg zou gaan. Ze wisten niet beter, maar het deed wel pijn.” Terug in Suriname was er opnieuw discriminatie, dit keer van haar eigen mensen. “Door mijn Nederlandse uitspraak vonden ze me ‘anders’. Ik werd elke dag achtervolgd en geslagen met stokken. Maar de woorden deden meer pijn dan de slagen. Het voelde alsof ik nergens thuishoorde.” Toch heeft Sahieda iets positiefs gehaald uit deze ervaringen. “Ik ben hulpverlener geworden. Ik wil anderen helpen, zodat zij zich gesteund voelen. Wat ik toen heb gemist, wil ik nu aan anderen geven.”
Sahieda werkt al 32 jaar in de sociale sector, waarvan acht jaar met vluchtelingen. “Het is dankbaar werk. Je leert hoe weinig sommige mensen hebben, hoe ze alles achterlaten en toch de moed vinden om opnieuw te beginnen. Dat relativeert je eigen leven. Als ik thuiskom en mijn familie zie, besef ik hoe gelukkig ik ben.” Ze ziet echter ook de negatieve beeldvorming rondom vluchtelingen in Nederland. “Er zijn zoveel leugens. Mensen denken dat vluchtelingen alles gratis krijgen. Het maakt me verdrietig hoe zij vaak als zondebok worden gebruikt voor problemen zoals woningtekorten. Het probleem ligt bij het beleid, niet bij de vluchtelingen.”
Nu, op 63-jarige leeftijd, waardeert Sahieda de kleine dingen in het leven. “De geboorte van mijn oudste kleindochter was mijn mooiste moment in Nederland. Simpele dingen maken mij gelukkig. Een glimlach van mijn kleinkinderen als ik thuiskom, een goed gesprek met een vriendin. Dat is waar het om draait.” Haar werk geeft veel voldoening. “Vandaag help ik iemand, morgen heb ik misschien zelf hulp nodig. We hebben elkaar allemaal nodig. Of je nu vuilnis ophaalt of een arts bent, alles wat je doet is belangrijk voor de samenleving. Die bescheidenheid heb ik van mijn zus geleerd.” Sahieda voelt zich gelukkig in Nederland. “Ik heb het beste van beide werelden meegenomen. Wat ik mooi vind, houd ik vast. Wat ik niet mooi vind, laat ik los. Dat is de vrijheid die ik hier heb.” Maar ze ziet ook de beperkingen. “Vrijheid betekent keuzes hebben, maar hier in Nederland ben je ook gebonden aan verplichtingen, zoals een hypotheek. Mijn grootvader in Suriname zorgde ervoor dat zijn kinderen geen schulden hoefden te maken. Hier werkt dat anders. Je bent financieel minder vrij.” Als Sahieda naar haar leven kijkt, benadrukt ze het belang van gemeenschap. “In Suriname leerde ik dat je gasten altijd welkom moet heten. Hier in Nederland zie ik dat mensen vaak alleen voor zichzelf zorgen. Echte vrijheid en geluk zit in het delen met anderen.” Waar ze stiekem ook trots op is, is de vreedzaamheid tussen de verschillende geloven in Suriname. “In één straat staan de kerk, de moskee en de synagoge harmonieus bij elkaar.
Hoe mooi zou het zijn als dit in Nederland ook kan?” Ze kijkt met dankbaarheid terug op haar reis, ondanks de uitdagingen. “Alles wat ik heb meegemaakt, heeft me gevormd. Zelfs de nare momenten hebben me iets geleerd. Ik ben wie ik ben door mijn ervaringen, en daar ben ik trots op.”